De plaatsing van de woongebouwen tussen de bomen is een zoektocht geweest. Hoe kan je wonen in een bos financieel haalbaar maken, zonder het gevoel van het bos, de verbinding met de natuur kwijt te raken? Hoe kun je de biodiversiteit van het bos behouden en zelfs versterken?
Het appartementengebouw staat vrij geschakeerd “tussen de bomen en de bladeren”. De begane grond van het woongebouw is opgetild, zodat het bos er als het ware onder door loopt. Door kleur, textuur en materiaaltypes uit de omgeving te herleiden zijn materialen als hout, riet en steen gekozen. Het appartementengebouw hebben gemêleerde bakstenen die aansluiten op de tactiliteit en kleurtonen van de boomstammen met hun veelkleurige schors. Witte betonnen kaders, om precies geplaatste ramen en balkons, werken als lijsten die het uitzicht op de natuur inkaderen en vormen een bijzonder contrast met het bos. Op het dak zijn, van binnenuit de woning bereikbare daktuinen, die een uitzicht geven over de kruinen van de bomen.

In het plangebied is samengewerkt met landschapsarchitect Peter Lubbers en architecten Haiko Meijer en Vera Yanovtchinsky zodat het plan een diversiteit aan architectuur verbeeldt. Het plangebied is onderverdeeld in twee deelgebieden; ‘de Dorpsrand’ en ‘het Parkbos’. Het Parkbos behoud de bomen en de vrije ruimte in het bos. De bebouwing, appartementen en grondgebonden woningen, is nauwkeurig tussen de bestaande bomen gepositioneerd. Het parkeren gebeurd zoveel als mogelijk onder de gebouwen of in groene kamers. De appartementen hebben allen een meerzijdige oriëntatie op het bos en grote buitenruimten; aansluitend of via een binnentrap naar het dak. De natuurlijke omgeving is de inspiratiebron geweest voor de ontwerpen en zijn een moderne interpretatie van de bestaande landhuizen in Vught, waarbij sculpturaliteit en alzijdigheid belangrijke thema’s zijn.